Karper Biologie |
|
De karper: zijn gedrag en manier van azen
In het belang van de karper, is het vrij belangrijk dat je de aasgewoontes van de karper goed kent. De karper heeft een aantal belangrijke organen aan de onderzijde van het lichaam. Wanneer deze door onzorgvuldig handelen worden beschadigd, dan kan de karper hier blijvend letsel aan over houden. Behandel de karper daarom op een juiste manier. Zowel bij het landen van de karper, doe dit ook wanneer je met de vis karper op de foto gaat. Gebruik bij het landen van de karper een ruim net met fijne mazen en altijd een onthaakmat. Bij het maken van een foto houd dan de karper niet te ver boven de grond en altijd boven je onthaakmat.....
Een karper heeft voor zijn voedselopname de volgende zintuigen tot zijn
beschikking:
Karpers zijn omnivoren, wat betekent dat ze koudbloedig zijn. Tevens heeft de
karper geen maag, alles wat wordt opgegeten, gaat direct het darmkanaal van de
karper in. Hierdoor is het belangrijk, dat het voedsel van wat ze eten goed
uitgebalanceerd is. Bij verkeerd voedsel kan dit leiden tot de dood van de
karper. Karpers zullen alles wat ze tegenkomen en wat ook maar enigszins op
voedsel lijkt, onderzoeken. Net zoals mensen kunnen karpers voedsel volledig
evalueren voor ze tot eten overgaan. Karpers onderzoeken hun voedsel meestal via
de orale weg. Een andere onderzoeksmethode die de karper hanteert is, om
ertegenaan te blazen. Wanneer het voedsel als een blok beton op de bodem blijft
liggen, zal de karper niet snel tot eten overgaan. Wanneer het voer echter vrij
beweegt en de karper er vrij mee kan "spelen", is de kans veel groter dat het
voedsel wordt geaccepteerd. Grote karpers, kunnen dit aas soms over een afstand
van 30 cm. verplaatsen afhankelijk van de vorm en grootte van het aas. Met name
karpers die al een paar keer zijn gevangen zullen deze methode gebruiken om te
kijken of er geen gevaar schuilt achter die voedseldeeltjes die niet vrij zijn
meegekomen. De karper stulpt zijn brede bek volledig uit en met een licht zuigende beweging, neemt hij het voedsel tot zich. Bij deze manier van voedselopname, zal een grote hoeveelheid water in zijn bek verdwijnen. De karper sluit zijn bek om de voedseldeeltjes binnen te houden en automatisch wordt de overvloed aan water in zijn bek afgevoerd naar de kieuwen. Deze filteren het water op voedsel en zuurstof. Hierdoor nemen de karpers vrijwel alleen kleine voedseldeeltjes tot zich. Deze manier van opzuigen en uitspuwen bij karpers varieert van water tot water en uiteraard ook per karper. Uiteraard geldt, hoe groter de karper des te meer water hij in 1 keer kan opnemen en filteren. Haakmethodes
Dit lijkt op een wantrouwige karper. Een uitgebreid voedselonderzoek is hier aan voorafgegaan. Waarschijnlijk is ieder voedseldeeltje afzonderlijk in de bek genomen en zorgvuldig onderzocht. Op het moment dat de onderlijn zich strak trok, heeft de haak zich vastgezet in de onderlip van de karper.
Gehaakt diep in de bek: De karper neemt het aas in zijn bek en zwemt weg, opzoek naar meer voedsel. Hierdoor strekt de onderlijn zich en vond de inhaking in de zijkant van de bek plaats. Ook dit is een teken van azen waarbij de karper vertrouwd is met het aas.
Gehaakt in de bovenlip of de uiterste rand van de onderlip: De karper heeft het aas uitgespuwd en tijdens het uitspuwen heeft de haak zich vastgezet in de buitenkant van de bek. Ook dit is een teken van zeer weinig vertrouwen in het aas. Gehaakt in de buik:
Met losschieten bedoelen we, wanneer de haak vrijkomt tijdens het drillen of tijdens de aanbeet. Hiervoor zijn een aantal oorzaken te bedenken: De karper wantrouwt het aas en is daardoor dus niet goed gehaakt, of het is een fout in het materiaal (onderlijnconstructie). Factoren die het aasgedrag kunnen beïnvloeden:
Als de karpers een aantal keren op een bepaald aas is gevangen, dan zal het aasgedrag wel degelijk veranderen om niet meer zo snel gehaakt te worden. Wanneer het betreffende water onder hoge hengeldruk staat en de karpers overal vislijnen tegenkomen, zullen ze eerder overgaan tot een voorzichtige manier van azen. Dit kan o.a. inhouden, dat de aastijden veranderen. Het vertrouwen van de karpers in het aas. Als de karper het aas aantrekkelijk vindt en in de loop der tijd geleerd heeft dat het aas niet gevaarlijk is, dan zal hij er met veel vertrouwen op azen. Heeft het aas in het verleden echter voor grote problemen gezorgd, dan zal de karper het aas zeer voorzichtig benaderen of zelfs volledig negeren. De Aastijden / Periodes van de karper
Een karper is een echte kantvis. Simpelweg omdat daar vaak ook het nodige
voedsel te vinden is. Overhangende struiken, waterplanten, bruggen, duikers,
eilanden, sluizen e.d. zijn plekken waar de karpers graag komen. Ook zijn
karpers vaak te vinden op overgangen van ondiep naar diep water. Maar ook
zandbanken, plateaus, en harde stukken op een (modder) bodem trekken de karpers
zeer aan. Ook de wind speelt een grote rol bij karpers om zich schuil te houden,
dit geldt vooral op grotere wateren. Een vrij zekere stelregel is, dat de kant
waar de wind opstaat, meestal de kant is waar je de karpers kunt vinden, dit
geldt zeker wanneer de wind uit een zuid -tot westhoek komt. Komt de wind
daarentegen uit de noord / noord-oost hoek, dan is met name in de winter en het
voorjaar de warme kant een plaats waar karpers te vinden zijn.
De karper in de verschillende jaargetijden. Viswateren verschillen onderling erg van elkaar, dit geldt ook voor het klimaat. Maar over het algemeen gezien, zal het gedrag van de karpers als volgt zijn: Januari / Februari (winter):
De dagen worden langzamerhand langer en de nachten korter, de gemiddelde lucht- en watertemperatuur stijgen weer naar hogere waarden, de karpers worden weer actiever en zullen weer op zoek gaan naar voedsel. In het begin eten zullen ze vooral planten en algen eten, dit om zo het darmsysteem te zuiveren. Het verdient aanbeveling om het aas waarmee wordt gevist hier ook op aan te passen. Wanneer de watertemperatuur constant boven de 10C blijft zal de vraag naar voedsel ook steeds groter worden.
Mei / Juni (voorjaar): De karpers zullen sterk gaan azen, omdat er nog niet zoveel natuurlijk voedsel in het water is en de karpers hongerig zijn van het paaien. Zodra de watertemperatuur echter boven de 25C komt, stoppen de karpers weer met azen. Dit komt door het gebrek aan zuurstof in het water en de opbouw van afvalstoffen in het water. In deze tijd van het jaar, kunnen op bepaalde plaatsen echte vreetpartijen plaatsvinden. In de loop van de maanden zal het aanbod aan natuurlijk voedsel steeds meer toenemen en worden de karpers minder goed vangbaar.
September / Oktober (najaar): De karpers gaan weer in winterslaap en zullen zeer weinig tot niet azen. De karper heeft in de winter zeer korte aasperioden, wat per water wel weer kan verschillen. Tevens hangt het erg af van de soort winter hoe of dat de karper aast. Bij een koude winter zal de karper veelal stil blijven liggen, om zo zo min mogelijk energie te verspillen. Uiteraard word er dan ook weinig gegeten. Bij een ietwat warmere winter zal de karper actiever zijn dan in een koude winter. De karper zal dan ook meer eten dan normaal. Hierdoor is de kans op het vangen van een karper ook vele malen groter. Met dank aan Karper-vissers |